Ok, ik moet er eerlijk over zijn. Eerlijk met mezelf en met de wereld. Ik kan er niet naast kijken, er is geen ontkennen aan. Nog nooit heb ik fysiek zoveel ruimte ingenomen als vandaag. Een weegschaal heeft nog geen definitief uitsluitsel gegeven, maar dat uitpuilend, met elke voetstap bewegend buikje liegt er niet om. Ook dat kleed dat toch wat harder spant dan voorheen en helaas niet rond de borstomtrek is veelzeggend. Die armen, nog nooit zo slap geweest als vandaag, hangen meestal maar wat doelloos langs mijn lichaam.
Onlogisch is dat natuurlijk niet. Die loopschoenen liggen al maanden in een doos, dat tennisracket ligt wel klaar (nieuwe besnaring en al), weliswaar in mijn zak in België en zwemmen in zout zeewater, ook al is het turquoise en vol aquariumvissen, is niet echt mijn ding. Ik geloof steevast in een reductie in kilo’s van zodra ik die dive master opleiding ga volgen, want duikers, zoals iedereen weet, hebben goddelijke lichamen.
Als je al die inactiviteit nog eens combineert met hele dagen eten, dan kan je verwachten dat je op een bepaald moment tol gaat betalen. Zeker na je dertigste. Mijn ontbijt kan meestal nog wel goedgekeurd geraken door Sonja Kimpen. Tenzij ik toast met kaya ga eten bij Toh Soon cafe, of stapels dim sums bij Tai Tong, of roti canai met honing bij Kapitan, of... . Vanaf lunchtijd (ongeveer een uur later) begint het mis te lopen. Zeker wanneer er al ergens een klein hapje voorafgaand aan de lunch moet worden gegeten. Dan volgt de echte lunch: varken en het vet ervan. Met rijst. Groenten zijn eerder versiering. Zo’n lunch is zeer vermoeiend in al die hitte, dus een opkikker bestaande uit ijskoffie (met gezoete, romige melk) met een stukje cake helpt ons door die lastige uren tussen 2 en 4. Enfin, you get the picture....
Maar daarnaast is er nog iets veel belangrijker om toe te geven aan mezelf. En aan iedereen die het wil weten, want ik ben er behoorlijk enthousiast over. Ik loop elke dag met een glimlach rond waar een breedsmoelkikker jaloers op is, mezelf regelmatig betrappend op dat gevoel dat, van zodra je het erkent en durft te benoemen, meteen weer weg is. Ik ben gelukkig. Of zelfs meer. Ik ben content. Ik voel mij tevreden met alles wat ik heb. En ook alles wat ik niet meer heb. Met elke dag dat ik leef en voel dat ik leef. Met mijn leven zonder al die verantwoordelijkheden die, besef ik eindelijk, veel te lang veel te hard op mijn schouders hebben gerust. Schouders die dat zelf altijd hebben willen dragen, maar nu eens zo ontspannen aanvoelen. Dit gevoel van ‘contentement’ is iets waarvan ik hoop dat iedereen die ik graag zie het tenminste een paar keer per maand kan voelen.
En wat betekenen een paar kilo’s meer als je over de grond kunt zweven?
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
0 reacties:
Een reactie posten