Chiang Mai is een
toffe stad. Ik ga hem (volgens mij is het een mannelijke stad) niet het label
‘fantastisch’ geven, want dat lijkt mij wat overdreven. En ik ben niet in een
bui om te overdrijven. Het oude stadsdeel is een klein vierkant van een vier
vierkante kilometer, je moet dus niet zot doen om er door te wandelen. Dat
vierkant hebben ze dan ook nog eens volgepropt met tempels, op elke straathoek
en tussen de straathoeken in staat er wel één. “Hoeveel boeddhisten wil je zo
herbergen in je stad?”, denkt de ingenieur in mij dan.
Maar het moet
gezegd, Boeddhistische tempels (en bij ruimer inzicht ook andere soorten tempels)
bezoeken is een heel aparte ervaring. Waarbij ik mij in een kerk meestal op
mijn ongemak voel (zeker sinds ik mij heb laten ontdopen en telkens bang ben
dat ik spontaan ga ontbranden wanneer ik het heiligdom betreed), vind ik het in
zo een Boeddhistische tempel best wel aangenaam. Er heerst stilte (maar niet van
de ongemakkelijke soort), de monniken zitten te mediteren (soms lachen ze eens
naar mij. Volgens mij mag dat niet en zijn ze hun meditatie dus aan' t faken), er
klinken continu belletjes (door de wind gecreëerd), maar vooral, mijn haar op
mijn armen komt er van recht. Geen idee waarom, maar ik vind het dus telkens
een hele, nou ja, transcendente, ervaring.
Mijn eerste keer
op een ander was echter een Hindoe tempel, in Kuala Lumpur. De volgelingen
bouwen graag al eens een feestje binnen de tempelmuren met van die intrigerende
muziek (is dat een instrument?!) en ik mocht er toevallig zo eentje bijwonen.
Ik was zo onder de voet van alle nieuwigheden die ik zag, rook, voelde en
ervaarde, dat ik op de grond moest gaan zitten om te bekomen. Gelukkig deden de
‘locals’ dat ook, zodat ik mij niet meteen een idioot voelde. Die dag, dat
moment, staat mij helder voor de geest, want het is de dag dat ik verloren was.
Of gevonden, door Azië.
Naast mijn
tempelbezoeken in Chiang Mai ben ik ook nog wat rondgereden door een
privéchauffeur daar. Het feit dat ik niet in een limousine zat, maar in een
rolstoel doet hier even niet ter zake. Van de ortho, naar de x-ray, naar de
dokter, naar de apotheek, naar de kassa. Op één uur binnen en buiten. En dat
alles dankzij mijn privéchauffeur die mij vlotjes navigeerde tussen alle andere
patiënten en die mij veel beterschap wenste met mijn enkel bij het uitwuiven.
You can’t beat Thai hospitality in a hospital!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Neem ook een kijkje op www.NoMadBelgian.blogspot.com voor meer foto's en recepten!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
0 reacties:
Een reactie posten